De Corridordag 2025 bracht overheden, bedrijven en projecttrekkers samen rond één vraag: hoe blijf je doorpakken in onzekere tijden? Internationale concurrentie, druk op infrastructuur en schaarste aan ruimte en personeel vergroten de spanning. Keynote spreker Annemarie Withag-Terpstra (Inland Terminals) benadrukte - in lijn ook met de boodschap uit het rapport van Peter Wennink - dat het vooral van belang is dat er overheidsbeleid komt die richting geeft en ‘waaruit duidelijk wordt waar we als bedrijfsleven en als sector de komende jaren wel of niet in moeten investeren.’
Bekijk ook de video met de reacties op de Topcorridordag
Deze editie van de Corridordag vond plaats in de Verkadefabriek in ’s-Hertogenbosch en trok circa 140 deelnemers. Overheden, het logistieke bedrijfsleven en projecttrekkers gingen daar met elkaar in gesprek over de toekomst van de goederenvervoercorridors en over de vraag hoe samenwerking kan bijdragen aan voortgang, ook wanneer beleid en randvoorwaarden onzeker zijn. Deze Corridordag leverde acht lessen op die laten zien hoe partijen in de goederenvervoercorridors blijven handelen in onzekere tijden.
1. Doorpakken is nodig, juist omdat onzekerheid structureel is
Dagvoorzitter Marcel Michon schetste hoe onzekerheid inmiddels het nieuwe normaal is geworden. Handelsbeperkingen, hoge energieprijzen en tekorten aan ruimte en personeel maken de context complex, maar volgens hem mag dat geen reden zijn om stil te vallen. Hij benadrukte dat het Topcorridors-programma juist in deze omstandigheden moet laten zien wat werkt, door succesvolle projecten zichtbaar te maken die “in onzekere tijden licht aan het einde van de tunnel brengen”.
2. Stabiliteit en meerjarig beleid zijn cruciaal voor investeringsbeslissingen
Zowel vanuit het bedrijfsleven als vanuit projecttrekkers klonk een oproep tot voorspelbaarheid. Bedrijven willen weten waar zij aan toe zijn voordat zij investeren in nieuwe logistieke concepten of modal shift. Keynote spreker Annemarie Withag-Terpstra (Inland Terminals Group) gaf daarbij aan dat ideologische kleur voor de sector minder relevant is dan continuïteit: het gaat om helderheid over de richting en de investeringen die de komende jaren wel of juist niet verstandig zijn.
3. Realisatiepacten brengen partijen rond knooppunten bij elkaarVolgens Adriaan Zeillemaker plaatsvervangend directeur Maritieme Zaken bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, ligt de kracht van de Realisatiepact-aanpak in het gezamenlijk optrekken van Rijk, regio en bedrijfsleven rond knooppunten. In plaats van losse projecten die ter goedkeuring aan het Rijk worden voorgelegd, wordt samen gekeken naar de opgaven in een gebied en naar wat nodig is om die tot uitvoering te brengen. Hij wees daarbij op Tilburg als voorbeeld, waar door het combineren van verschillende financieringsbronnen infrastructurele aanpassingen aan kanaal en sluis mogelijk zijn gemaakt, waardoor het knooppunt daadwerkelijk een impuls heeft gekregen.
Niet langer komen regio’s met afzonderlijke projecten naar het Rijk om toestemming of financiering te vragen; partijen ontwikkelen gezamenlijk een programma met projecten die vervolgens tot uitvoering worden gebracht. Volgens Michon is die werkwijze niet voor niets opgenomen in het regeerakkoord.
4. Multimodaal vervoer vraagt om samenwerking in de hele keten
In haar keynote maakte Withag-Terpstra duidelijk dat multimodaal transport alleen kansrijk is als partijen hun krachten bundelen. Met een groep inlandterminals wordt bewust samengewerkt om de hele keten te overzien, van klant tot deep sea, zodat meer controle ontstaat en klanten worden ontzorgd. Door die corridorbenadering wordt multimodaliteit minder afhankelijk van individuele volumes en beter schaalbaar.
5. Modal shift wordt urgenter door druk op weg en arbeidsmarkt
Tijdens de sessie Doorpakken met de Modal Shift werd duidelijk dat de verschuiving naar spoor en binnenvaart niet alleen voortkomt uit duurzaamheidsambities. De grote vervangings- en renovatieopgave op de weg, gecombineerd met mogelijke chauffeurstekorten, maakt alternatieven noodzakelijk. Withag-Terpstra gaf aan dat dit vraagt om slimmer combineren van stromen, bijvoorbeeld door import- en exportladingen langs dezelfde corridors te bundelen en lege vaarten te voorkomen, zelfs als dat betekent dat samenwerking met concurrenten nodig is.
6. Ruimte voor logistiek vraagt om bestuurlijke keuzes
In de sessie over Realisatiepacten en ruimte kwam naar voren dat er voldoende instrumenten beschikbaar zijn om logistieke functies op de juiste plek te krijgen. De uitdaging zit vooral in het durven toepassen daarvan. Gemeenten en provincies moeten de moed hebben om keuzes te maken en instrumenten als het voorkeursrecht in te zetten, juist op plekken waar logistiek van strategisch belang is voor corridorontwikkeling.
7. Samenwerking werkt alleen als belangen worden begrepen
Maaike de Wijk liet zien hoe in Tilburg bewust is ingezet op samenwerking tussen gemeente, provincie en Rijk. Door tijd te investeren in het begrijpen van elkaars belangen konden verschillende opgaven in Tilburg worden samengebracht. Vanuit dat opgebouwde vertrouwen is volgens haar een breed gedragen plan ontstaan dat inmiddels tot de eerste concrete resultaten leidt.
8. Bedrijven haken aan als resultaten zichtbaar en relevant zijn
Volgens De Wijk is het betrekken van bedrijven bij Realisatiepacten vooral succesvol als de koppeling met hun dagelijkse praktijk duidelijk is. Door te kijken waar concrete resultaten aansluiten op de business case van bedrijven, bijvoorbeeld rond het beter benutten van het Julianakanaal, ontstaan nieuwe plannen. Die plannen kunnen vervolgens gezamenlijk verder worden gebracht, waardoor bedrijven actief onderdeel worden van de corridorontwikkeling.
Topcorridors Wisseltrofee
De Corridordag werd afgesloten met de uitreiking van de allereerste Topcorridors Wisseltrofee. Het Realisatiepact Tilburg werd uitgeroepen tot winnaar. Maaike de Wijk nam de wisseltrofee namens het gehele Pactteam in ontvangst en werd daarbij ‘vrijwillig’ aangewezen als jurylid voor de editie van volgend jaar.