Bedrijven en overheden werken samen
Als bedrijven en overheden werken we samen aan topcorridors. Denk aan:
- Het terugdringen van de congestie op de snelwegen
- Het verhogen van de betrouwbaarheid van vervoersstromen
- De capaciteit en de robuustheid van het netwerk met multimodale mogelijkheden (trein, weg- en waterwegen)
- De verbetering van de voorspelbaarheid van reistijden
- Het zoveel mogelijk verduurzamen van logistieke stromen
- Het verbeteren van de voorzieningen voor de gebruikers
- Het competitiever maken van de logistieke en industriële sector
Wat staat centraal?
Hoe kunnen we de inrichting en het gebruik van de multimodale infrastructuur in de Topcorridors Oost, Zuidoost en Zuid verder verduurzamen? Hoe kunnen we ze optimaliseren en daarbij economische kansen verzilveren? Deze vragen staan centraal in de MIRT-programma’s goederenvervoercorridors Oost en Zuidoost en goederenvervoercorridor Zuid.
MIRT staat voor Meerjarenprogramma Infrastructuur Ruimte en Transport. Daar staan alle rijksprojecten en -programma’s van de Rijksoverheid in die de bereikbaarheid, de veiligheid en de ruimtelijke inrichting van Nederland bevorderen.
Wie werken er samen?
- Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
- Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Havenbedrijven Rotterdam, Amsterdam, North Sea Port en Moerdijk
- De Topsector Logistiek
- Provincies Noord-Holland, Zuid-Holland, Zeeland, Gelderland, Noord-Brabant en Limburg
- Rijkswaterstaat,
- Prorail
- De Topsector Logistiek
- De Logistieke Alliantie
Aan welke thema’s werken we?
- Toekomstbestendige verbindingen tussen Mainport Rotterdam en het Europese achterland
- (Inter)nationale multimodale bereikbaarheid knooppuntennetwerk
- Duurzame ruimtelijk-economische ontwikkeling van strategische knooppunten
- Verduurzaming van de topcorridors Oost- en Zuidoost
- State of the art digitale voorzieningen
Welke goederenvervoercorridors zijn er?
- Oost en Zuidoost
- Zuid
Goede verbindingen naar het achterland
De goederenvervoercorridors Oost, Zuidoost en Zuid zorgen voor goede verbindingen tussen de vier grootste Nederlandse havens, de verschillende Nederlandse provincies en het Europese achterland. Bijna een kwart van de binnenlands vervoerde goederen en een derde van de vervoerskilometers vindt plaats in de goederenvervoercorridors Oost, Zuidoost, Noord en Zuid. De Topcorridors spelen een speciale rol in het continentale achterlandvervoer. Ze verwerken grote volumes aan (inter-)nationaal transport, met ook veel bulkvervoer via spoor en binnenvaart. Dat naast het wegvervoer. De corridors vormen samen een dicht netwerk van multimodale infrastructuur. Voor transport over de weg, per spoor, over het water en zelfs via buisleidingen.
Netwerk van knooppunten
De goederenvervoercorridors vormen een netwerk van knooppunten. Deze werken als logistieke draaischijven en schakels in de infrastructuur. Hier worden goederen overgeslagen van de ene naar de andere modaliteit. Van weg naar water en van water naar trein bijvoorbeeld. Door de goede verbindingen, inland-terminals en concentratie van bedrijvigheid hebben we in Nederland een uitstekend vestigingsklimaat voor bedrijven die zich bezighouden met productie, distributie en kennisuitwisseling. Dit zorgt voor mogelijkheden om goederenstromen te bundelen en multimodale diensten rendabel op te zetten. De negen bovengemiddelde knooppunten in de goederenvervoercorridors zijn Amsterdam, Rotterdam, Moerdijk, Vlissingen-Terneuzen, Tilburg, Tiel, Nijmegen, Venlo en Sittard-Geleen.
Hoe werken we internationaal samen?
Onze topcorridors verbinden Nederland met Vlaanderen, Noordrijn-Westfalen en andere Europese regio’s. Ze vormen de ruggengraat van één van de belangrijkste Europese economische zones. Deze topcorridors behoren tot de kern van het trans-Europees vervoersnetwerk:
- De corridor Rhine-Alpine: van Rotterdam/Amsterdam via Arnhem, Duisburg en Keulen naar Genua.
- De corridor North Sea – Baltic: van Amsterdam via Utrecht en Rheine richting Berlijn.
- De corridor North Sea – Mediterranean: via Amsterdam, Rotterdam, Moerdijk en North Sea Port naar Parijs en via de Rijncorridor naar Marseille.
Slimmer gebruik
De uitdagingen in deze corridors zijn groot. Denk aan capaciteit, efficiëntie en eventuele overlast. Kunnen we infrastructuur aanpassen? Het roept ook op tot een slimmer gebruik van de beschikbare wegen, spoorwegverbindingen en waterwegen. Hier kunnen we de kansen die digitalisering biedt benutten. Bijvoorbeeld met smart mobility en met smart inland watertransport. De ministers van Transport en Infrastructuur van Noord-Rijn Westfalen en Nederland hebben vanuit de goederenvervoerscorridors Oost en Zuidoost een gemeenschappelijke verklaring ondertekend voor samenwerking. Vanuit de goederenvervoerscorridor Zuid verkennen we de samenwerking met Vlaanderen.