Nijmegen werkt aan toekomstbestendig goederenknooppunt
De regio Nijmegen wil met het Realisatiepact grote stappen zetten richting een duurzaam, slim en bereikbaar logistiek systeem. Theo Heida, onafhankelijk regisseur van het pact, vertelt hoe hij partijen verbindt en ambities concreet maakt in de Waalstad. ‘Ik zie mezelf als het oliemannetje dat de boel draaiende houdt en die partijen bij elkaar brengt.’

Realisatiepacten zijn voor het rijk een instrument om te investeren in de belangrijke goederenknooppunten van Nederland’, legt Heida uit. ‘Het doel is een goed functionerend goederensysteem, dat bij voorkeur zo duurzaam mogelijk is.’ Nijmegen ligt op een cruciale plek in het netwerk, met sterke Noord-Zuid en Oost-West verbindingen en een belangrijke binnenvaartcorridor.
Voorbeelden van projecten die deze positie versterken zijn de digitalisering van de haven om logistieke processen slimmer en duurzamer te maken, en het containerterminal-project dat inzet op het bundelen van lege containers om CO₂-uitstoot en kosten te reduceren.
Volgens Heida moeten partijen samenwerken om die positie optimaal te benutten. ‘Je ziet dat het Rijk vooral kijkt naar goederenvervoer en infrastructuurverbindingen, terwijl de gemeente Nijmegen sterker focust op wat er regionaal gebeurt, met een nadruk op duurzaamheid. Dat spanningsveld vind ik interessant. Uiteindelijk wil iedereen hetzelfde: bereikbaarheid, modal shift en verduurzaming.’
Regie en samenwerking
‘Heida is sinds maart 2025 als onafhankelijk regisseur betrokken bij dit project en werkt hierbij nauw samen met Marcel Michon van Buck Consultants International, coördinator van de negen realisatiepacten op de corridor. ‘Het is nog allemaal pril maar mijn rol is om in een onafhankelijke positie partijen bij elkaar te brengen: Rijk, provincie, regio en gemeenten. Je hebt elkaar gewoon nodig. Als een gemeente iets wil op een bedrijventerrein dat aansluit op het hoofdwegennet, heb je het Rijk nodig. Als het Rijk containers van de weg wil halen, heb je de regio nodig voor oplossingen bij de bedrijventerreinen.’

Een mooi voorbeeld van samenwerking is de geplande uitbreiding van bedrijventerrein De Grift in Nijmegen-Noord. Hierbij wordt 30 hectare ontwikkeld voor zowel grootschalige logistiek als lokale bedrijvigheid, met aandacht voor duurzame gebouwen, eHubs en duizenden zonnepanelen.
Projecten valideren
Bij de start lag er een knooppuntenplan met een lijst van 28 projecten. ‘We zijn met de projectleiders en stakeholders om tafel gegaan: is dit de juiste lijst, is alles actueel en waar zit overlap? Soms blijken projecten op dezelfde locatie of hetzelfde thema gericht, dan bundel je dat.’
Het Realisatiepact Nijmegen maakt deel uit van het Topcorridors-programma van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (I&W). De negen bovengemiddelde knooppunten in de goederenvervoercorridors zijn Metropoolregio Amsterdam, Rotterdam, Moerdijk, North Sea Port/Zeeland, Tilburg, Tiel, Venlo, Sittard-Geleen/Stein en Nijmegen. Elk knooppunt werkt aan een realisatiepact: een gezamenlijk commitment om het knooppunt te ontwikkelen en investeringen te stimuleren. Dit gebeurt in samenwerking met regionale en landelijke overheden, bedrijfsleven en kennisinstellingen.
Volgens Heida zijn de eerste stappen die in Nijmegen worden gemaakt vooral inhoudelijk en organisatorisch van aard. ‘We zitten nog echt in de voorfase. We maken opdrachtformuleringen en bepalen welke verkenningen nodig zijn om projecten verder te brengen, zoals laadfaciliteiten of een internationale truckparking. Wat is de ruimtelijke impact, welke eisen gelden er, hoe ziet de businesscase eruit?’
Leren van andere regio’s
De aanpak in Nijmegen staat niet op zichzelf legt Heida uit. ‘Venlo en Tilburg zijn echt koplopers. Ook in Amsterdam, Rotterdam en andere knooppunten zijn realisatiepacten in ontwikkeling. Binnen het programma Topcorridors leren we van elkaar: we delen producten en kaders om versnippering te voorkomen en de bestuurlijke besluitvorming te stroomlijnen.’
Hoewel de achterliggende doelen vergelijkbaar zijn – modal shift, verduurzaming, bereikbaarheid en digitalisering – heeft elke corridor eigen accenten. ‘Dat komt door de ligging, het netwerk en de betrokken industrieën. Vergelijk Amsterdam-Rotterdam met Tiel, dat is een wereld van verschil qua omvang en economische dynamiek.’
Focus op binnenvaart
De balans tussen economie en duurzaamheid is een rode draad in het werk. ‘We willen bijvoorbeeld allemaal dat pakketjes van A naar B gaan, maar dan wel zo groen mogelijk. Het boeiende is dat we binnen de economie een duurzame beweging proberen te maken, terwijl het er vaak heel industrieel uitziet. Dat vraagt om een gezamenlijke inspanning en een goede mindset.’
Een illustratief project hierbij is de ontwikkeling van Smart Energy Hubs, zoals op bedrijventerrein TPN-West. Hier werken bedrijven samen om met een slim energiesysteem netcongestie te verminderen en lokaal opgewekte stroom optimaal te benutten. Ook de invoering van zero-emissiezones in het centrum en Heijendaal laat zien hoe Nijmegen duurzaamheid en bereikbaarheid combineert.
Binnen Nijmegen ligt met rivier de Waal de focus sterk op de binnenvaart, vanwege de beperkte railcomponent. Heida: ‘Ze hebben ooit de boot gemist met het multimodale centrum aan de Betuweroute. Dat betekent dat we nu zoeken naar verduurzaming en modal shift met nadruk op water. Dat past bij de ligging tussen Rotterdam en Duitsland.’
Overheid faciliteert
Veel van de projecten zitten nog in de voorbereidende fase. ‘Voor ondernemers is het soms nog een ver-van-mijn-bed-show. Voor overslagfaciliteiten, roll-on/roll-off of energy hubs zijn eerst locatieonderzoeken en businesscases nodig. Maar bij projecten als kadeverbeteringen kan het sneller gaan; daar is soms al budget en een concreet plan om de binnenvaartcapaciteit te versterken.’
Volgens Heida is het belangrijk dat de overheid randvoorwaarden schept. ‘De overheid kan niet alles zelf bepalen, maar wel zorgen dat er heldere kaders en faciliteiten zijn waar ondernemers op kunnen inspelen.’
Besluitvorming in zicht
De komende maanden zijn cruciaal zegt Heida. ‘We werken toe naar een besluit in het BO Goederenvervoer Corridors in november. Het doel is een set projecten waar Rijk en regio in willen investeren. Daarmee kunnen we de volgende uitwerkingsslag maken.’
Heida ziet de toekomst positief. ‘Er is draagvlak, we leren van andere regio’s en we hebben een gezamenlijke ambitie. De uitdaging is om dat nu om te zetten in concrete stappen. Uiteindelijk gaat het erom dat je als regio je positie in de corridor benut en daarbij slim en duurzaam vooruitgaat.’