Nieuwe koers EGTC Rhine-Alpine Corridor: Inzetten op invloed en concrete resultaten
‘Als we als regio mee willen blijven doen in Europa, dan moeten we zichtbaar zijn, invloed uitoefenen en concrete oplossingen aandragen’, zegt Ton Neumann, programmamanager Logistiek bij de Provincie Limburg. Nederlandse provincies zijn actief binnen de EGTC Rhine-Alpine Corridor: een partnerschap dat regio’s verbindt langs een van Europa’s belangrijkste transportcorridors, de welbekende ‘blauwe banaan’, lopend grofweg van de haven van Rotterdam tot de haven van Genua.

Tijdens een jubileumconferentie op 31 maart en 1 april in Straatsburg presenteerde de EGTC zijn nieuwe strategie. De bijeenkomst markeerde tien jaar samenwerking binnen de Rhine-Alpine Corridor, maar stond vooral in het teken van de toekomst. De focus van de interregionale alliantie is verbreed: naast logistiek en infrastructuur is er nu nadrukkelijk aandacht voor duurzaamheid, veerkracht, grensoverschrijdende governance en stedelijke inbedding.
Een belangrijk onderdeel van de nieuwe aanpak is de inrichting van drie thematische werkgroepen, die de strategie gaan vertalen naar concrete actie. De provincie Zuid-Holland neemt het voortouw op het gebied van duurzaamheid en vergroening. De provincie Limburg gaat zich richten op grensoverschrijdende vraagstukken en knelpunten. De Regione Lombardia (Italië) buigt zich over grootschalige infrastructuurprojecten.
Deze werkgroepen gaan ook inzetten op het ‘ladderprincipe’ (lokale, regionale, nationale en Europese afstemming) en het betrekken van nieuwe stakeholders. Volgens Neumann biedt deze ontwikkeling kansen voor Nederland. ‘Met de deelname van de vier OZO-provincies – en daarmee indirect ook het goederenvervoercorridors (GVC) – beschikt Nederland over een sterk netwerk binnen het EGTC. De kunst is nu om dat om te zetten in invloed en concrete resultaten.’
Nieuwe TEN-T vergroot reikwijdte
De actualiteit maakt de nieuwe strategie extra urgent. Met de inwerkingtreding van de herziene TEN-T-verordening is de Rhine-Alpine Corridor samengevoegd met de North Sea-Mediterranean Corridor tot één geïntegreerd netwerk: de North Sea Rhine Mediterranean Corridor (NSRM).
Deze fusie brengt grote veranderingen met zich mee voor het ruimtelijk, politiek en organisatorisch functioneren van het corridornetwerk. De nieuwe geografische scope van de NSRM gaat veel verder dan de oorspronkelijke dekking van het bestaande corridorbestuursmodel. Daarmee ontstaan er nieuwe uitdagingen: hoe houd je regie over zo’n uitgestrekte, complexe zone? Maar er zijn ook kansen, benadrukt de programma manager Logistiek bij Provincie Limburg. ‘Het betekent dat we in nog meer gebieden verbinding kunnen leggen, partners kunnen vinden en op grotere schaal kunnen samenwerken. Dat vraagt om meer coördinatie – en juist daar biedt de EGTC een unieke structuur.’
Juridische entiteit met slagkracht
De EGTC – voluit: European Grouping of Territorial Cooperation – is volgens Neumann allesbehalve een informeel overleg of praatclubje van Europese regio’s, maar een juridische entiteit onder Europees recht. Alleen regionale of lokale overheden kunnen er lid van worden; nationale staten en programma’s zoals Topcorridors vallen daarbuiten. ‘Je moet een bestuurlijke entiteit zijn om toe te kunnen treden. Dat zorgt voor legitimiteit en een directe lijn naar uitvoering.’
Nederland is sinds 2018 via meerdere provincies aangesloten bij het EGTC. Behalve Limburg zijn ook Zuid-Holland, Noord-Brabant en Gelderland betrokken. Door deze brede vertegenwoordiging kunnen Nederlandse regio’s samen optrekken in deze corridor – en invloed uitoefenen op Europese besluitvorming. ‘De alliantie fungeert als spreekbuis richting Brussel’, zegt Neumann. ‘Als gezamenlijke regio’s laten we zien wat er nodig is om de logistiek van de toekomst te ondersteunen.’
Nederlandse stempel op de agenda
Binnen de EGTC neemt Nederland actief positie in. De nieuwe werkgroep grensoverschrijdende samenwerking wordt zelfs geleid door de Provincie Limburg. Die werkgroep richt zich onder meer op knelpunten zoals interoperabiliteit op het spoor, vergunningentrajecten over de grens en verschillende standaarden voor veiligheid en infrastructuur. ‘We hebben een longlist opgesteld van problemen die de modal shift belemmeren’, aldus Neumann. ‘Door die te bundelen kunnen we effectiever lobbyen en projecten onderbouwen’.
De andere Nederlandse provincies benutten het netwerk eveneens. Zuid-Holland brengt duurzaamheid en vergroening expliciet onder de aandacht, terwijl Brabant zich profileert in digitalisering en innovatieve logistiek. Neumann: ‘We zijn als Nederlanders geneigd het voortouw te nemen. Soms tot ergernis van anderen, maar tegelijkertijd is het ook een kracht. We hebben kennis in huis en als we die delen, vergroten we onze invloed.’
Van strategie naar concrete actie
De nieuwe strategie van de EGTC is duidelijk toekomstgericht. De uitbreiding richting de Corridor Zuid – richting België en Noord-Frankrijk – onderstreept dat. ‘We willen een robuuste verbinding realiseren, niet alleen voor economische groei, maar ook voor maatschappelijke meerwaarde’, aldus Neumann. Daarbij is het cruciaal dat steden, havens en regio’s zich actief betrokken voelen.
De strategie benoemt expliciet het belang van stedelijke knooppunten – de zogeheten ‘urban nodes’. ‘De corridor is geen abstract begrip’, benadrukt Neumann. ‘Het gaat om concrete schakels: een terminal in Venlo, een haven in Moerdijk, een spoorknooppunt bij Zevenaar. Alleen als die samenwerken en afgestemd worden, krijg je echt synergie.’
Ook bedrijven worden nadrukkelijk uitgenodigd om mee te doen. ‘We moeten de markt meenemen. Veel ondernemers willen wel, maar lopen aan tegen onduidelijkheid of versnippering. Via pilotprojecten – met grensoverschrijdende ketens – kunnen we laten zien dat het anders kan.’
Nederland heeft dus met zijn sterke positie binnen het EGTC volop kans om de Europese corridor (lees: blauwe banaan) mee vorm te geven. Maar dat vraagt om doorpakken, benadrukt Neumann. ‘Het netwerk is er, de strategie ligt klaar, en de werkgroepen zijn ingericht. Nu is het zaak om aan de slag te gaan. Niet alleen met papier, maar met projecten – zichtbaar, tastbaar en grensoverschrijdend.’
Over EGTC
EGTC is een grensoverschrijdend samenwerkingsverband van regio’s, steden en havens langs de Rijn-Alpen-corridor – van Rotterdam tot Genua. Opgericht in 2015, is het eerste netwerk op een Europese TEN-T-corridor. Meer dan 25 partners uit vijf landen (Nederland, Duitsland, Zwitserland, Frankrijk en Italië) zijn inmiddels aangesloten. Dankzij het juridische statuut onder Europees recht kunnen leden gezamenlijk projecten uitvoeren, fondsen aanvragen en invloed uitoefenen in Brussel. Nederland is sterk vertegenwoordigd met vier provincies: Zuid-Holland, Gelderland, Noord-Brabant en Limburg. Zij brengen thema’s in als duurzaamheid, grensoverschrijdende samenwerking, digitalisering en logistiek – en leveren zo een wezenlijke bijdrage aan de uitvoering van de corridorstrategie. De EGTC werkt met een ledenvergadering, dagelijks bestuur en thematische werkgroepen. De strategie 2025–2030 focust op verduurzaming, stedelijke knooppunten, grensoverschrijdende afstemming en integratie in de nieuwe TEN-T-corridorstructuur: de North Sea Rhine Mediterranean Corridor (NSRM). Het motto: One Corridor – One Strategy.