‘Samen optrekken is ontzettend belangrijk bij verbetering Topcorridors’
Minister Barry Madlener van Infrastructuur & Waterstaat (foto midden) stuurde in november de Tweede Kamer een brief over de bestuurlijke overleggen over het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT). Een van de overleggen ging over de goederenvervoerscorridors. “Dat we als Rijk en regio samen optrekken is ontzettend belangrijk”, constateert Jeroen Laro, Programmamanager goederenvervoercorridors Oost en Zuidoost.
Allereerst schetst de minister in de brief het belang van de goederenvervoercorridors. “De rol van onze internationale, multimodale goederenvervoercorridors voor de aan- en afvoer van zeehavens en andere economische clusters in het achterland wordt alleen maar belangrijker. Ze zijn nodig om de extra groei van (internationale) transportstromen in de toekomst te faciliteren. Dat wordt ingevuld door de individuele modaliteiten te versterken en om de onderlinge uitwisselbaarheid van modaliteiten te vergroten (multimodaliteit). Tegengaan van congestie op de weg en het beter benutten van de (extra)capaciteit binnen spoor, binnenvaart, weg en buisleidingen zijn daarin belangrijk.”
Samen optrekken belangrijk
Madlener schrijft in de brief ook dat de afspraken uit het bestuurlijk overleg goederenvervoercorridors worden gedekt uit het budget van 160 miljoen euro voor het programma Goederenvervoercorridors. Laro: “We hebben als GVC-partners gezamenlijk projectvoorstellen ontwikkeld die tijdens het BO-MIRT zijn vastgesteld en zijn in de brief aan de Tweede Kamer zijn opgenomen. Samen optrekken is heel belangrijk. Voor ongeveer twintig miljoen euro – bijeengebracht door Rijk en regio - hebben we afspraken gemaakt om nieuwe projecten te starten of lopende projecten uit te breiden. Het betreft alle complexe opgaven waarvoor partijen elkaar echt nodig hebben om stappen in te maken. ”
Hieronder de punten uit de brief die over de Topcorridors gingen.
Schakelpunten
Op de grotere multimodale knooppunten op de goederenvervoercorridors ontwikkelen I en W, provincies, gemeenten en (haven)bedrijven samen projecten. Dat voor het versterken van deze knooppunten als een motor van een efficiënt, multimodaal en duurzaam goederenvervoer. Madlener noemt het “schakelpunten tussen de corridors en de regionale logistiek.” Voor de uitvoering ervan sluiten Rijk en regio realisatiepacten.
Rotterdamse haven
Een van de schakelpunten is Rotterdam. In het realisatiepact Rotterdam en omgeving maken de partijen afspraken over het versterken van het multimodale vervoer van verse levensmiddelen en landbouwproducten. Dat moet gebeuren via een verscorridor vanuit de Rotterdamse haven, met het versterken van initiatieven om de filedruk op de weg tegen te gaan en het verbeteren van de logistieke efficiëntie. Dat laatste door digitalisering van processen. Voor de verdere uitwerking, verkenning en uitvoering van dit programma stelt I en W een bijdrage beschikbaar van tweeënhalf miljoen. De provincie Zuid-Holland en het Havenbedrijf Rotterdam leggen elk twee miljoen euro in.
Andere realisatiepacten
Aan de uitwerking en uitvoering van het realisatiepact Venlo is, bovenop de in 2023 toegezegde middelen, een bijdrage vanuit het Rijk van een half miljoen euro toegekend. Voor de in ontwikkeling zijnde realisatiepacten voor de knooppunten Zeeland, Moerdijk, Amsterdam, Sittard-Geleen, Nijmegen en Tiel reserveert I en W één miljoen euro per pact. “Dit gebeurt onder voorwaarde van cofinanciering vanuit de regio”, zegt Laro.
Lees ook over realisatiepacten Rotterdam, Tilburg en Venlo
Eerder schreven we op Topcorridors.com al over de realisatiepacten, onder andere over die van Rotterdam, Tilburg en Venlo: Uitvoering realisatiepact is geen sprint, maar een marathon.
Zoeken naar geschikte locatie truckparking
Het afgelopen jaar zijn verschillende locaties in kaart gebracht voor een pilot voor een beveiligde truckparking die wordt ontsloten via een verzorgingsplaats. “Maar het blijkt nog niet zo eenvoudig om truckparkings te realiseren”, zegt Laro. “Niet iedereen wil dit in zijn achtertuin hebben en tegelijkertijd is er een schreeuwend tekort, met name in de provincie Limburg, aan beveiligde parkeerplaatsen voor de lange rust van truckchauffeurs. Er is meer nodig om te kijken welke locaties haalbaar zijn en onder welke voorwaarden.” Daarom besloot I en W om in twee fases een budget van in totaal tweeënhalf miljoen beschikbaar te stellen.
Beter benutten en verduurzamen van het spoor
Door het gebruik van sensoren en camera’s kan de capaciteit op emplacementen effectiever benut worden, schrijft de minister. In 2022 en 2023 zijn middelen beschikbaar gesteld voor pilotprojecten bij spooremplacementen Botlek, Maasvlakte West, Moerdijk en Amsterdam Houtrakpolder. Laro: “We verhogen met deze pilots de planbare capaciteit op deze emplacementen tot 25 procent.” Vanwege de positieve resultaten bij de emplacementen willen de deelnemende partijen in 2025 onder meer de instrumenten verder ontwikkelen en de pilots verdiepen.
Ook wordt binnen de GVC gewerkt aan het verduurzamen van het spoor. Spoorvervoer is al een van de meest duurzame vorm van goederenvervoer, constateert Laro. “Behalve aan het begin- en eindpunt. Daar wordt vaak gerangeerd met diesellocomotieven. De betrokken partijen voerden een haalbaarheidsonderzoek uit naar de vraag of voor de haven van Moerdijk de inzet van een batterijlocomotief een haalbare oplossing is om tot zero emissie te komen. Met de nieuwe afspraken zetten we volgend jaar de volgende stap door een pilot uit te voeren met zero emissie rangeren op Moerdijk.”
Pool machinisten voor traject Rotterdam en Venlo
Afgelopen november startte een periode van tachtig weken waarin er intensief gewerkt wordt aan de realisatie van het zogenaamde Derde Spoor in Duitsland. Dat is het spoor tussen Emmerich en Oberhausen. “Vanwege die realisatie, zijn er periodes minder treinpaden voor goederenvervoer beschikbaar”, legt Laro uit. “Al het spoorgoederenvervoer van de Betuweroute moet in deze periode worden omgeleid. Als er dan iets gebeurt op de nog wel beschikbare treinpaden, dan heb je meteen geen alternatief meer. Door machinisten in een pool beschikbaar te houden, kun je het traject tussen Rotterdam en Venlo beter openhouden.”
Nachtelijke weekendbediening Maas en Brabantse kanalen
In samenwerking met de corridorpartijen besloot het ministerie van I en W extra budget in te zetten voor nachtelijke weekendbediening van bruggen en sluizen op de Maas en de Brabantse kanalen. Dit kan met de in de brief genoemde bijdrage tot en met 2030 worden voortgezet. Laro: “Daarmee kunnen deze waterwegen 24 uur per dag, zeven dagen per week worden gebruikt door de binnenvaart. Het bedrijfsleven op zijn beurt kan profiteren van een betrouwbaarder en flexibelere binnenvaartproduct. Dat is essentieel als we meer vervoersstromen van de weg naar de binnenvaart willen krijgen.”
Spoor ook in verstoringensysteem
ProRail trad dit jaar toe als partner in het online platform Meldingen verstoringen infrastructuur (Melvin) van het Nationaal Dataportaal Wegverkeer. Laro zegt hierover: “De binnenvaart en de waterwegen zaten al in dat systeem. In de afgelopen tijd is ProRail daar aan toegevoegd, maar het systeem moet nog worden geoptimaliseerd. Uiteindelijk is het de bedoeling om tot een systeem te komen waar alle verstoringen in zijn opgenomen. Die data kun je vervolgens openbaar maken en daarmee kun je als bedrijf kiezen welke modaliteit je voor het vervoer van goederen gebruikt. Dat terwijl je rekening houdt met geplande stremmingen.”
De programmanager tot slot: “De besluiten die we gezamenlijk hebben genomen en die zijn weergegeven in de MIRT-brief benadrukken het belang van de GVC-programma’s. Dit is samen optrekken, verder samenwerken en elkaar vasthouden.”