“De batterijlocomotief voor de last mile gaat er komen”
Op de uiteinden van een spoorgoederennetwerk, ook wel bekend als de last mile, wordt nog veelal gebruikgemaakt van diesellocomotieven. Om tot zero emissie te komen, is voor Port of Moerdijk een haalbaarheidsonderzoek gestart om deze diesellocomotieven te vervangen door batterijlocomotieven. “Goederenvervoer op het spoor is al heel duurzaam en deze stap zou het plaatje compleet maken”, zegt Jayand Baladien, commercieel manager van Havenbedrijf Moerdijk.
Het haalbaarheidsonderzoek moet uiteindelijk resulteren in een pilot waarin de betrokken partijen in de praktijk testen of een batterijlocomotief geschikt is om onder verschillende omstandigheden de gangbare rangeeroperatie in Port of Moerdijk uit te voeren. Voordat dit getest kan worden, zijn er nog de nodige stappen te doorlopen, benadrukt Arno van Deursen, die als zelfstandig consultant de haven ondersteunt bij railvraagstukken. “De innovatie van batterijlocomotieven staat nog in de kinderschoenen. Er wordt veel over geschreven en gesproken, maar we hebben nog weinig ervaring met het gebruik ervan. Voor nu zitten we nog in de planfase.”
Locomotieven vinden
In die planfase moet de betrokken partijen al veel regelen. Van Deursen: “Wij moeten een of meerdere locomotieven vinden die we zouden kunnen gebruiken. Vervolgens moeten we kijken of die locomotieven beschikbaar zijn en onder welke voorwaarden. Het zijn dure machines en ze worden niet gebouwd om op de plank te zetten en te wachten totdat er een klant komt. Ze worden op verzoek van klanten gemaakt. Voor een pilot moet je al snel in gesprek gaan met een derde partij om tijdelijk een locomotief te huren. Daarbij komt nog de opleiding van personeel. Een machinist die gewend is om een bepaald type diesellocomotief te rangeren, is niet direct in staat om te werken met een elektrische locomotief. Daar moet je mensen voor opleiden.”
Openbare infrastructuur
Port of Moerdijk, waar de pilot is gepland, is deels openbare infrastructuur. Dat betekent dat het onder de landelijke spoorwegwetgeving valt. Op deze spoorwegen mogen alleen voertuigen rijden die over een licentie beschikken van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en de Inspectie Leefomgeving en Transport. Van Deursen: “Alle batterijlocomotieven die op dit moment eventueel beschikbaar zijn, hebben nog geen licentie. Daarom moet je dus een tijdelijke toelating of een tijdelijke ontheffing krijgen voor zo'n locomotief. Dat moeten we dus regelen. Daarnaast staan de meeste locomotieven niet in Nederland, waardoor je het transport moet regelen. Ook moet er een laadstation komen. Er moet dus veel werk worden verzet om een pilot mogelijk te maken. Daarom richten wij ons voor de start ook op het vierde kwartaal van 2025.”
Compact en groot genoeg
Port of Moerdijk werkt graag mee aan de pilot. Volgens Baladien beschikt de haven over de juiste ingrediënten die nodig zijn. “Onze haven is compact genoeg om het te overzien, maar is ook groot genoeg. Het heeft ook alle facetten waar een haven mee te maken heeft. Daarnaast zijn we als havenbedrijf lean genoeg om zowel intern als extern goed te regelen. Ons volledige netwerk kunnen wij inzetten om de pilot aan de praat te krijgen.”
Jongste zeehaven van Nederland
Baladien benadrukt de maatschappelijke rol die de haven vervult. “Dat wat wij hier doen, de ervaringen die we opdoen, kunnen wij daarna delen met andere havens. Wij zijn de jongste zeehaven van Nederland. Opgericht en gecreëerd voor de bewoners. Wij moeten hun belangen dus wel voor ogen houden. De haven is een economische motor, maar dat betekent niet dat wij zo maar alles kunnen doen. Ook wij moeten denken aan verduurzamingen en daar is emissieloos rangeren van de last mile een onderdeel van. Bovendien hebben we te maken met vergunningen. Als we onze stikstofuitstoot niet reduceren, komt de toekomst van de haven ook in gevaar.”
Leren van andere modaliteiten
Van Deursen vindt dat de havensector vooral moet leren van modaliteiten. “Er valt op dit moment nog weinig uit te rekenen wat het verschil is tussen een diesellocomotief en een batterijlocomotief. Wij hebben nog geen beschikking over die batterijlocomotief. Daarom spiegel ik mij aan de auto-industrie. Het wagenpark begint steeds meer te verschuiven naar elektrisch.” Dat gaat niet zonder horten en stoten, erkent hij. “De eerste elektronische auto's waren ook peperduur, maar de balans begint steeds meer uit te slaan in het voordeel van de elektrische auto. Dezelfde ontwikkeling zie je nu met elektrische trucks. Die zijn te koop, maar ook nog drieënhalf keer zo duur als een gemiddelde truck die op diesel rijdt. Op het spoor staan wij aan de vooravond van eenzelfde ontwikkeling. Ik hoop dat wij daar een steentje aan bij kunnen dragen. We moeten van ver komen, maar ik ben ervan overtuigd dat het er gaat komen. Als wij met een pilot aan kunnen tonen dat met een batterijlocomotief de last mile rangeren mogelijk is, dan hebben wij een flinke stap gezet naar de daaropvolgende vraagstukken. Die vraagstukken zijn vaak maakbaarder dan de technische mogelijkheden.”
Een eerste horde te nemen
De belangrijkste horde om te nemen naar een pilot, is de regelgeving in Europa en Nederland. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat kan onder bepaalde voorwaarden een tijdelijke ontheffing afgeven om met een batterijlocomotief het spoor in de haven van Moerdijk op te gaan. Van Deursen: “We weten nu nog niet wanneer we daaraan kunnen voldoen en zijn daarover in gesprek met de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). Aan toelating van locomotieven liggen strenge eisen ten grondslag. Wij bekijken hoe wij kunnen voldoen aan de eisen. Als deze horde is genomen, kunnen we in gesprek met vervoerders om te informeren wie er interesse heeft om aan de pilot deel te nemen. En dat zal sneller gaan, want we verwachten wel dat er vervoerders zijn die aan dit soort pilots willen meewerken. Het vliegwiel moet daarna steeds harder gaan draaien.”