‘Het Clean Energy Hubs-programma ligt mooi op schema’
Het Clean Energy Hubs-programma krijgt steeds meer vorm. Twaalf Nederlandse provincies hebben zich aangesloten bij het programma en inmiddels zijn er verdeeld over het land 51 clean energy hubs. “De doelstelling is om in 2030 honderd hubs te hebben. We liggen dus mooi op schema”, zegt Joost Roeterdink, projectleider Clean Energy Hubs van de Provincie Gelderland.
Een Clean Energy Hub is een tank-, laad- of bunkerstation. Een hub heeft minimaal twee alternatieve, duurzame energiebronnen en is vooral gericht op zwaar goederenvervoer. Die alternatieve, duurzame energiebronnen zijn: HVO, GTL, Bio-CNG, Bio-LNG (groen gas), elektra en waterstof. Waar mogelijk in combinatie met andere functies zoals truckparkings, horeca, vergaderfaciliteiten, goederenhubs, etc. Met de hubs wordt verduurzaming van zwaar goederenvervoer mogelijk gemaakt.
Locatietool Clean Energy Hubs
De projectgroep Clean Energy Hubs heeft in samenwerking met Rijkswaterstaat een locatietool ontwikkeld waarmee kansrijke locaties voor duurzame tank- en laadpunten zijn te vinden. Hierop zijn ook alle al gerealiseerd hubs te vinden.
Kartrekker
De provincie Gelderland is kartrekker van het programma en werkt hierin samen met alle twaalf provincies, het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) en havenbedrijf Rotterdam. Roeterdink: “Als de doelstelling in 2030 is gehaald, moeten we verder kijken of er dan nog witte vlekken van bepaalde energiedragers zijn. Of dat er nog hubs bij moeten komen of aangepast moet worden. Op dit moment is er een sterke vraag naar HVO en (bio)CNG en (bio)LNG, als vervanging voor diesel. Daarnaast is er een sterke opkomst van elektrische vrachtwagens. De behoefte aan snelladers neemt dus toe. De volgende stap is waterstof, maar die ontwikkeling blijft nog achter. Er worden wel waterstofpunten gerealiseerd, maar de echte vraag hiernaar moet nog komen en is voor de toekomst nog onzeker.”
Hoewel het programma op schema ligt, is het realiseren van Clean Energy Hubs geen invullijst. Roeterdink: “Vanwege bezwaarprocedures kan een proces zomaar zeven jaar duren. Van het idee tot daadwerkelijke realisatie. Het zijn lastige procedures omdat je te maken hebt met allerlei veiligheidseisen. Daarom hebben we een handboek ontwikkeld dat partijen helpt bij de ontwikkeling van een Clean Energy Hub. Daarin beschrijven we waar je rekening mee moet houden.”
Focus naar binnenvaart
Het programma heeft nu nog een sterke focus op zwaar goederenvervoer via de weg. Tijdens de komende Bestuurlijke Overleggen (BO) MIRT wil Roeterdink ook de binnenvaart onder de aandacht brengen. “Wij willen kijken wat de mogelijkheden zijn om ook voor de binnenvaart voldoende Clean Energy Hubs te realiseren. Het plan is om tijdens het komende overleg een roadmap vast te stellen. Daarin willen we beschrijven hoe de ontwikkeling eruit komt te zien en wat mogelijk geschikte locaties zijn. Dat kunnen nieuwe locaties zijn, maar het zullen ook veelal bestaande locaties zijn. Die bestaande bunkerlocaties kunnen gebruikt worden om te kunnen voldoen aan de behoefte van duurzame brandstoffen.”
Buitenlandse samenwerking
Goederenvervoer over de weg en het water houdt niet op bij de landsgrenzen. Om die reden wordt ook actief ingezet op samenwerking met onze buurlanden. Roeterdink: “Wij hebben gesproken met onze collega’s in Noordrijn-Westfalen en zij vonden het Clean Energy Hubs-programma dermate interessant dat zij het initiatief hebben overgenomen. Zij noemen het Green Energy Hubs, maar het gaat uit van dezelfde filosofie. Dat je meerdere energiedragers probeert te combineren op één locatie. Aan die locatie willen we ook andere faciliteiten koppelen. Niet alleen in Duitsland, maar ook in Nederland. Zoals een truckparking, vergaderfaciliteiten en horeca. Daarmee kom je tot een sterke businesscase. Daarnaast zijn we actief op de corridor Rotterdam – Genua, bekend als Rijn-Alpencorridor. Om ook voor deze route Clean Energy Hubs op te zetten. De duurzaamheidsslag die we moeten slaan houdt namelijk niet op bij de landsgrenzen.”
Aflopende financiering
De landelijke financiering voor de organisatie van de samenwerking rond Clean Energy hubs loopt af aan het einde van dit jaar. Roeterdink geeft te kennen dat de gesprekken met het ministerie van IenW lopen om de financiering te verlengen. “We willen het programma graag verlengen. Het is voor ons en de partners belangrijk dat de financiering in stand blijft. We zetten mooie stappen met elkaar, maar we zijn er nog niet. Zo willen we samen met het ministerie en de provincies nog komen tot een landelijke regeling voor haalbaarheidsonderzoeken en de realisatie van Clean Energy Hubs.”